Wie zijn de straatbewoners? [INFOGRAFIE]
2020 : cijfers over de personen die door DIOGENES begeleid zijn
Wie zijn de straatbewoners? Waar komen ze vandaan? Hoe lang zijn ze al dakloos? En waar slapen ze vannacht? In deze infografie beantwoorden we deze vragen gedeeltelijk...
Sinds 1995 begeleidt DIOGENES dakloze personen met als doel bruggen te bouwen tussen de straat en de rest van de samenleving. Een onvoorwaardelijk luisterend oor en alomvattende steun vormen de basis van ons werk. De statistieken in de infografiek zijn gebaseerd op de gegevens die DIOGENES heeft verzameld over de dak- en thuisloze personen die we in 2020 in Brussel hebben ontmoet en begeleid. Natuurlijk zijn zij slechts een gedeeltelijke afbeelding van de werkelijkheid, die veel complexer en diverser is. Bovendien hebben de cijfers het enkel over de personen die door DIOGENES in Brussel zijn ontmoet. Deze infografieken hebben dus niet als doel de volledige daklozenpopulatie in onze hoofdstad weer te geven.
Algemene informatie
In 2020 ontmoeten we 1.176 verschillende personen. Ieder van hen heeft een eigen geschiedenis, eigen verlangens, dromen, eisen, behoeften, middelen, problemen... Meestal kennen we ze minder dan 3 jaar, toch wordt ongeveer 10% van henal meer dan 10 jaar door DIOGENES opgevolgd. DIOGENES begeleid elke straatbewoner tijdens zijn hele parcours, en meestal duurt het enkele jaren voordat een persoon een geschikte plaats in de samenleving kan innemen.
Toegang tot gezondheidszorg en huisvesting zijn terugkerende problemen voor de dakloze personen die wij ontmoeten. In 2020 leefde 39% van hen op straat en 20% in een opvangcentrum. Bovendien hadden veel van deze mensen geen huisarts. Toch is het medisch toezicht essentieel om de ontwikkeling van chronische ziekten en overlast van de spoeddiensten te voorkomen. Bovendien hebben de daklozen met meervoudige problemen - zoals geestelijke gezondheidsproblemen, drugsverslaving en alcoholisme - zelden toegang tot geschikte instellingen. Het betreft 74% van de mensen die wij in 2020 volgden. Dit is niet alleen te wijten aan de drempels en toegangsvoorwaarden voor deze diensten, maar ook aan een onaangepaste werkcultuur, met name de specialisatie van instellingen in de daklozensector. Het recht op huisvesting en het recht op gezondheid zijn grondrechten. Zouden het overheidsbeleid, de instellingen en de werkmethoden niet moeten worden aangepast aan de behoeften die op het terrein worden aangetroffen, om ervoor te zorgen dat dakloze personen ook van deze rechten kunnen genieten?
Onder de mensen die wij in 2020 hebben ontmoet, tellen wij mannen (75%), vrouwen (24%) en mensen die zich niet in deze tweeledigheid herkennen (0,2%). Ze zijn tussen 1 en 87 jaar oud en zijn meestal Belgisch. De niet-Belgische daklozen zijn Roemenen (18%), Polen (13%), Marokkanen (9%) of van één van de 50 andere nationaliteiten die we in 2020 hebben ontmoet. Gezien het groot aantal intra-Europese migranten onder ons publiek in 2020, lijkt het gepast om inzicht te krijgen in hun specifieke problemen. Vandaar de tweede infografiek.
Focus op de intra-europese migranten
In 2020 hebben we bij DIOGENES 315 mensen uit een ander EU-land begeleid. Hoewel zij Europese burgers zijn, stellen wij vast dat hun toegang tot rechten vaak beperkt is wegens hun verblijfsstatus (zie PRODEC onderzoek). De verschillen met de Belgische dakloze personen zijn onmiskenbaar:
- 47% van de dakloze intra-Europese migranten leeft op straat of in een opvangcentrum, tegenover 21% van de Belgen.
- Slechts 26% van hen heeft een wettelijk inkomen (OCMW, aangegeven werk, mutualiteit, werkloosheid, pensioen, invaliditeitsuitkering) tegenover 74% van de Belgen.
Van de intra-Europese migranten die in 2020 werden begeleid, verblijven 56% al meer dan vijf jaar in België. En dit terwijl meer dan de helft onder hen nog steeds geen verblijfsrecht heeft (54,8%). Zonder verblijfsrecht beschikken deze “illegalen” niet over een (referentie)adres, terwijl deze een sleutelelement is om administratieve situaties te deblokkeren en toegang tot de arbeidsmarkt te krijgen. Op het terrein stellen wij vast dat 87% van de mensen met een illegaal verblijfsstatuut niet bij een gemeente is ingeschreven en dat 90% van hen geen wettig inkomen heeft... Wanneer zij een adres hebben, ontvangen zij over het algemeen geen vervangend inkomen. Slechts 2% van de intra-europese migranten met illegaal statuut en zonder legaal inkomen ontvangt steun uit het OCMW en 1% van de intra-Europese migranten zonder verblijfsrecht heeft een aangegeven baan. Dit zijn zeer speciale gevallen. Om te overleven zijn de mensen uit deze groep gedwongen zich te redden door een onofficieel inkomen te vinden (zwartwerk, bedelen, prostitutie...).
Het is duidelijk dat we in België niet kunnen spreken van universaliteit van rechten. Bij DIOGENES strijden wij er dagelijks voor dat de automatisering, de individualisering en de universaliteit van de rechten voor alle daklozen in Brussel effectief worden. Zijn dit niet de basiselementen voor de opbouw van een meer rechtvaardige, meer solidaire en meer op integratie gerichte samenleving?