Straathoekwerk
met thuislozen
Bel ons

Een familieverhaal

Getuigenis ter illustratie van het werk van Ondersteuning bij Woonst

Vandaag bieden wij u dit familieverhaal, geschreven door één van onze straathoekwerkers, als vakantielectuur aan. Met dit verhaal willen wij het werk en de missies van het project Ondersteuning bij Woonst onder de aandacht brengen. Hieruit blijkt de omvang van het werk van de begeleiders en de complementariteit van de middelen van ons publiek en straathoekwerkers. Het verhaal is lang, maar dat zijn de trajecten die we met de straatbewoners afleggen ook. Elke stap is nodig om vooruit te komen. Veel leesplezier

Het is al bijna tien jaar geleden, in 2013, dat Fabrice, een jongeman van 24, aan een overdosis stierf in de studio van een persoon die ik begeleid. Zoals elke keer als iemand ons verlaat, organiseren we een afscheidsceremonie voor hem, samen met het Collectief Straatdoden. Op die dag, op de begraafplaats, ontmoet ik Farouk, de broer van de overledene. Hij is een lange, slanke man met een donkere huid. Hij heeft een lange zwarte baard en heeft zijn haar in een paardenstaart gebonden. Net als zijn broer, leeft hij op straat. Hij komt uit de wijk van de Marollen en is de oudste van een gezin van vier broers. Hij kent Brussel als zijn broekzak. Na de ceremonie houden we contact en in de loop der jaren ontstaat er een begeleidingstraject. 

Samen werken we aan veel gebieden van zijn leven: gezondheid, inkomen, het vinden van een baan of van een opleiding via Hobo, administratie, justitie, schulden... Farouk is een slimme man met een passie voor literatuur, strips, films en videospelletjes. Hij is vaak te vinden op een bankje in de stad, met een boek en een fles wijn in zijn hand. 

Na een lange tijd op straat en verschillende jaren op een wachtlijst voor huisvesting, kan Farouk één van onze solidaire woningen integreren. Het avontuur in een woning verloopt vrij goed en in 2018 biedt het SVK Ieder zijn Woning, een partner van dit samenlevingsproject, hem individuele huisvesting aan. Farouk neemt het aanbod aan. Hij wordt stabieler en onafhankelijker. Hij zegt dat hij geen thuisbegeleiding nodig heeft. Ik blijf contact met hem houden en we eten van tijd tot tijd samen in La Samaritaine, een sociaal restaurant in de Marollen. Deze aanpak zorgt ervoor dat Farouk nooit aarzelt om mij te bellen als hij een probleem heeft.  

In 2019, ontmoet ik Felice op straat. Hij bedelt. Lange baard en blond haar, hij is herkenbaar aan zijn militaire uitrusting en zijn kleine gestalte. Hij heeft geen papieren bij zich. Hij spreekt Frans, maar ik kan hem niet verstaan omdat hij te snel spreekt. Ik begrijp maar een paar woorden: "administrator" en "handicap". Hij heeft een klein notitieboekje bij zich waarin hij een lijst met woorden opschrijft. Ik begrijp dat hij elk woord dat hij in het Frans leert, wil opschrijven zodat hij ze kan tellen. Ik ben ontroerd door deze ontmoeting, en ik besteed Felice de komende dagen en weken aandacht.

Ik zie hem heel af en toe. Hij verdwijnt voor een paar weken, en verschijnt dan weer voor een paar dagen. Hij is altijd aardig, maar hij weigert alles: hij wil geen contact opnemen met zijn bewindvoerder over de goederen, hij weigert het label gelinkt met zijn handicap en dit heeft als gevolg dat hij geen toegang krijgt tot zijn inkomen. Hij slaat alle aanbiedingen van onderdak in noodopvangcentra af. Ik probeer de band in stand te houden en hem te motiveren, maar aangezien hij vaak verdwijnt en ik zijn discours niet goed versta, slagen we er niet in enige vooruitgang te boeken.

In maart 2020, een paar dagen voor het begin van de eerste lockdown, eet ik met Farouk in La Samaritaine. Eén van zijn tantes is gestorven. Samen nemen we de papieren door van de notaris die belast is met het opsporen van de familieleden. Farouk's familie is erg ingewikkeld om te reconstrueren. De broederschap bestaat uit vier halfbroers van verschillende moeders en vaders. De broers brachten een groot deel van hun jeugd in instellingen door en toen ze eenmaal meerderjarig waren, leefden drie van hen op straat. De vierde, Felice, bleef wonen in instellingen voor gehandicapte personen. Farouk vertelt me dat hij al drie jaar niets van zijn broer Felice heeft gehoord. Hij gaat van de ene gespecialiseerde instelling naar de andere, en lijkt zijn plaats niet te vinden in de residentiële gehandicaptensector. Farouk vreest dat hij ook op straat is en maakt zich grote zorgen om hem.

Zoals je misschien al geraden hebt, is de broer over wie Farouk me in maart 2020 vertelt niemand anders dan Felice, de man die ik het jaar voordien ontmoet had en die me zo geraakt had! De fysieke verschillen tussen de twee zijn echter zo groot dat ik me eerst niet realiseer dat hij het was. Het is pas later, toen ik Felice toevallig tegen het lijf loop, dat ik twijfel. Ik vraag hem of hij een man kent die Farouk heet. "Frèro!" antwoordt hij. En we lachen allebei. Ik bel Farouk op en hij komt er zo aan. Na zovele jaren gescheiden te zijn, is het weerzien tussen de twee broers hartelijk. Ik merk dat Farouk de woorden van zijn kleine broertje gemakkelijk begrijpt en dat hij de houding aanneemt van een grote broer, die helpt, beschermt en steunt. 

In mei 2020, na twee maanden van de pandemie, is het leven op straat drastisch veranderd. Iedereen moet zich opsluiten, de straten van Brussel zijn leeg, met uitzondering  van de politie, en van straatbewoners en straathoekwerkers. In deze moeilijke context hebben verschillende actoren van de dak- en thuislozensector hun krachten gebundeld (‘t Eilandje, DoucheFlux en DIOGENES) om het Hotel Sabina te openen, een solidair hotel waar straatbewoners zich kunnen afzonderen. Dit hotelproject met 24 kamers biedt laagdrempelige toegang en uitgebreide 24-begeleiding. ‘t Eilandje en DoucheFlux zijn verantwoordelijk voor de begeleiding ter plaatse, terwijl DIOGENES kandidaten voor 8 kamers voorstelt en hen begeleidt. Onder hen, Felice. Vanaf dat moment verandert de situatie van Felice radicaal: in plaats van voortdurend te verdwijnen en weer te verschijnen, blijft hij op dezelfde plaats. Met de steun van zijn broer, slagen we er uiteindelijk in vooruitgang te boeken in zijn sociaal-administratieve situatie. Talrijke stappen worden ondernomen: de aanvraag van een identiteitskaart, de verandering van bewindvoerder over de goederen via het vredegerecht, de organisatie van vergaderingen met de oude en de nieuwe bewindvoerder over de goederen, het opzetten van een systeem voor de betaling van zijn inkomsten (bankkaart), de inschrijving in een medisch centrum en medische opvolging, de indiening van een klacht en het verhoor door een politie-eenheid... Farouk is aanwezig bij elk van deze stappen. Hij mist er geen één. Hij is vaak de verbinding tussen zijn broer en mij of andere betrokkenen. 

In januari 2021 verhuizen de bewoners en het personeel van het Hotel Sabina naar het Hotel Belvue. Naarmate de tijd verstrijkt, zien we Felice op een indrukwekkende manier evolueren. Gezien zijn kwetsbaarheid, was Felice een makkelijk slachtoffer op straat. Hij had daar veel geweld ondergaan. De veiligheid van het hotel stelt hem in staat weer vertrouwen in anderen te krijgen. Hij heeft weer een inkomen, waardoor hij af en toe een krant of een strip kan kopen; met zijn abonnement op het openbaar vervoer kan hij met de bus reizen; hij maakt lange wandelingen. Hij houdt ervan om naar buiten te gaan en nieuwe plaatsen te ontdekken. Met zijn optimisme en zijn glimlach verovert hij de harten van het hotelpersoneel en wordt hij een graag geziene gast op hun evenementen. En het meest verbazingwekkende is dat hij zich steeds duidelijker kan uitdrukken! Hij wordt met de dag zelfstandiger. Het is zeer verheugend en motiverend om zijn ontwikkeling te zien.

Hoewel het hotel aangepast lijkt te zijn aan Felices behoeften en situatie, leggen we beetje bij beetje de vraag van "daarna" op tafel. Na enkele slechte ervaringen in de residentiële gehandicaptensector, weigert Felice categorisch om daar terug naartoe te gaan. Hij droomt van een eigen huis, en in overleg met Farouk, het team van het hotel en de bewindvoerder over de goederen, beginnen we een zoektocht naar een onderkomen met Felice.

In mei 2021, bezoeken we een huis van het SVK in Ukkel. Felice vindt het leuk. Met het akkoord van de bewindvoerder over de goederen beginnen wij met de voorbereiding van de intrede in de woning. Omdat Felice een aantal jaren heeft geleefd zonder geld uit te geven, heeft hij een mooi spaarboekje opgebouwd. We vergezellen hem op een dagje winkelen om meubels en enkele apparaten te kopen. Samen met Farouk en een werker van het hotel beginnen we de meubels in elkaar te zetten en het huis in te richten. Een geleidelijke en vlotte overgang van het hotel naar de accommodatie is gepland, en zo begint Felice langzaam maar zeker zijn woning te integreren. 

Daarna wordt een werk van netwerken en toe-eigening van het huis in gang gezet. We doen een beroep op de dienst voor begeleiding aan huis, die tussenkomt met als doel Felices zelfstandigheid geleidelijk te vergroten. Er wordt een vergadering voor zorgoverleg georganiseerd met de bewindvoerder over de goederen en de dienst voor begeleiding aan huis. Tegelijkertijd neemt Felice deel aan de activiteiten van een dagcentrum. Om verschillende redenen hebben wij echter moeite om een geschikte thuisbegeleidingsdienst te vinden die ons verzoek wil inwilligen. In de tussentijd, blijven we Felice steunen. In maart 2022 vond, na een wachttijd van 6 maanden, eindelijk een eerste gesprek met een gespecialiseerde dienst plaats. 

Vanmiddag, belt Felice me. Zijn Dvd-speler werkt niet meer, en hij vraagt me of ik het aankoopbewijs hebt bewaard om de garantie te activeren. Ik begrijp elk woord dat hij zegt

 

De begeleiding van straatbewoners is een langdurig proces, met verschillende intensiteitsgraden onderweg. Elke situatie is verschillend