Straathoekwerk
met thuislozen
Bel ons

Europees verblijfrecht

Hoe werkt de E-kaart en waarom is het belangrijk voor intra-Europese migranten

In België zien we dat veel Europese werknemers na het intrekken van hun E-kaart van de ene dag op de andere en maandenlang zonder hulp zitten. Dit is bijvoorbeeld het geval voor Roma. Daniela, intercultureel bemiddelaar bij DIOGENES en werker van het project Rights First, werkt met hen om hun rechten open te stellen en sociale inclusie te bevorderen. Op deze Europadag stelden we haar een paar vragen over de werking van de E-kaart en de impact ervan op het leven van de dak- en thuisloze Roma met wie ze werkt.

Hoe werkt de E-kaart? 

De elektronische E-kaart is een verblijfskaart voor Europeanen die minder dan vijf jaar in België verblijven. Ze kan worden uitgereikt aan werknemers, zelfstandigen, studenten en werkzoekenden die een goede kans maken om werk te vinden. 

Roma die in België wonen, komen dus in aanmerking voor deze verblijfsvergunning, op voorwaarde dat ze tot een van deze categorieën behoren. Het geeft hen een legaal statuut op Belgisch grondgebied, waardoor ze niet alleen toegang hebben tot sociale bijstand, maar ook kunnen werken. 

Hoe kan iemand zijn E-kaart kwijtraken?

Een E-kaart is 5 jaar geldig en moet daarna worden verlengd. Als de persoon aan het einde van deze periode werkt, kan zijn verblijfsstatus permanent worden. Aan de andere kant, als de persoon niet meer werkt, loopt hij het risico om zijn verblijfsstatus te verliezen. Tenminste, als hij/zij hulp zoekt bij het OCMW. Dan wordt de persoon opgeroepen door de Dienst Vreemdelingenzaken om uit te leggen waarom ze niet werkt. Van geval tot geval kan de persoon al dan niet een periode toegekend krijgen waarin hij zijn verblijfsstatuut behoudt. 

Helaas worden veel Roma geweigerd hun E-kaart te verlengen. 

Wat zijn de gevolgen hiervan?

Zonder E-kaart verliezen mensen hun rechten, vallen ze terug in een onregelmatige situatie en lopen ze in het ergste geval het risico dat ze uit hun huis worden gezet. Dit levert ook problemen op voor de scholing van kinderen.

Binnen 30 dagen kan de persoon in beroep gaan bij De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) met de hulp van een advocaat. Tijdens deze periode krijgt de persoon in kwestie geen sociale bijstand. Deze tijd zonder inkomen kan leiden tot een precaire situatie voor mensen die nog maar kort geleden legaal werkten.

In zeldzame gevallen brengt de RvV een positief advies uit, omdat het van mening is dat de persoon voldoende bewijs heeft geleverd van zijn vermogen om snel weer aan het werk te gaan. Hierdoor kan de persoon zijn E-kaart terugkrijgen. In de meeste gevallen is de RvV het echter eens met de beslissing van de DVZ.

Ondanks de zeldzaamheid van positieve adviezen van de RvV, blijft het beroep interessant. Niet alleen omdat de beslissing van de DVZ opgeschort wordt tussen het indienen van het beroep en de beslissing van de RvV (via een bijlage 35, geldig voor 3 maanden en verlengbaar), maar ook omdat deze periode de persoon een extra kans geeft om een job te zoeken en te vinden, alsook om toegang te krijgen tot OCMW-bijstand zolang de bijlage 35 geldig is. 

Welke oplossing voor de betrokken Roma?

De ideale oplossing is een artikel 60 arbeidsovereenkomst met het OCMW. Dit laat mensen die sociale bijstand ontvangen toe om gedurende een bepaalde periode te werken. Aan het einde van een vooraf bepaalde periode wordt de persoon ofwel overgenomen door zijn werkgever, ofwel kan hij een werkloosheidsuitkering ontvangen. Dankzij deze regeling kunnen ze hun rechten in België behouden en er zelfs nieuwe bij krijgen! 

Op dit moment wordt artikel 60 niet vaak toegekend aan mensen met een tijdelijke verblijfsstatus. Wij zouden graag zien dat houders van een E-kaart in aanmerking komen voor een baan op grond van artikel 60 en dus als werknemers worden beschouwd. Dit zou een einde maken aan de risico's van verlies van verblijfplaats, huisvesting, enz., met ernstige gevolgen voor mensen met een tijdelijk verblijfsrecht (terugkeer naar de straat, enz.). 

In het kader van het Rights First project zijn we een interessante samenwerking aangegaan met het Brusselse OCMW. Vandaag kan een SPOC (Single Point Of Contact) binnen het OCMW tussenkomen wanneer de toegang tot rechten geblokkeerd is. Het is een win-win-samenwerking: door complexe situaties te deblokkeren, vermijden we juridische procedures, die lang en duur zijn voor de samenleving, en tegelijkertijd delen we dezelfde doelstelling om kwetsbare mensen toegang te geven tot rechten. Het lot van intra-Europese migranten die in Brussel op straat leven, baart ons bijzonder veel zorgen. We willen het Brusselse OCMW bedanken voor zijn openheid tijdens onze discussies. 

Tegelijkertijd hebben we ook een goede werkrelatie op het terrein ontwikkeld via ons SPOC bij het OCMW van Vorst en de maatschappelijk werkers van de eenheid dakloosheid van het OCMW. We hopen nog veel meer banden te smeden met de andere OCMW's in Brussel.

Over Rights First: alle gepubliceerde informatie geeft alleen de mening van de auteur weer. De Europese Commissie is bijgevolg niet verantwoordelijk voor het gebruik dat eventueel wordt gemaakt van de informatie die zij bevat.